Brabants Mooiste 2016 [the writer]
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
(H. Marsman, 1936)
Denkend aan de Gastelse triathlon
Zie ik (Toga) triathleten
Snel door de oneindige
Dinteloordse polder gaan.
(P. Willemse, 2016)
Ik mag mij natuurlijk op geen enkele manier met Hendrik Marsman vergelijken.
Net zo min als dat wij de schoenveters vast mogen binden van Gregor Stam die dit keer aan ‘onze’ Gastelse triathlon heeft meegedaan.
Maar ik misbruik graag dit legendarische stuk proza van de Nederlandse geschiedenis om de schijnwerper te zetten op ‘Brabants mooiste’. Uitgave 2016, de 32e editie. Wat een feest weer.
Honderden deelnemers aan de start. Tientallen Gastelaren en maar liefst 21 Toga-ers (een clubrecord).
Niets gaat vanzelf. En zeker de organisatie van een triathlon niet. Hoe ouder je wordt, hoe meer dit tot je doordringt. Ik word mij hier nog meer van bewust op vrijdag 24 juni, de dag voor D-Day.
Terwijl ik met mijn fietske naar de Jumbo rijd zie ik dat ’s morgens vroeg, in een buike miezerregen, al heel wat mensen van ‘t Veerke bezig zijn met het opbouwen. Vervolgens ga ik ’s middags mijn al vele jaren (en dus traditionele) ‘verkennings’ rondje fietsen. Parcoursverkenning. Inmiddels een soort van bijgeloof. “Als ik dit niet doe dan gaat het de volgende dag niet goedkomen”. Flauwekul natuurlijk. Maar het was voor mij tevens de gelegenheid om een 20 tal km te fietsen op mijn spiksplinternieuwe fiets. Ik constateer dat Jac Moerings het hele parcours al geveegd heeft zodat neef Jan de dag erop zonder twijfel weer onnoemelijk tekeer kan gaan. Even traditioneel ben ik gestopt voor het Veerhuis. Maar dit jaar kreeg ik geen contact met de mannen van de organisatie. Ze waren overduidelijk te druk met van alles en nog wat.
’s Avonds alvast het startnummer ophalen, naar de jeugd kijken en een beetje voorbeschouwen met andere Togaleden. Ik zie om mij heen wel de spanningsmeter enigszins oplopen. Bij de één wat meer dan bij de ander. De meesten van ons hebben inmiddels toch wel heel wat ervaring. En doen meerdere triathlons per jaar. Maar toch. Gastel blijft uiteraard een speciale.
En een uurtje of twaalf later is het dan zover. In huize Willemse is het reeds vanaf 6.15 uur ‘rumoerig’ omdat Maaike als vrijwilliger om 7 uur present moet zijn bij de inschrijftafel . Echt slapen doe ik daarna niet meer. Ook en vooral omdat toch de spanning voelbaar wordt. Dit ondanks het feit dat ik vandaag mee ga doen vanuit de pure Olympische gedachte. Ik ben al lang blij dat ik 8 weken na mijn fietsongeluk vandaag überhaupt mee kan doen. En ik moet maar afwachten of het allemaal gaat lukken. Ik heb immers de afgelopen weken nauwelijks getraind. We zullen wel zien.
Het is weer een vol programma. Diverse afstanden/series lopen door elkaar heen. Dit kan organisatorisch gezien waarschijnlijk ook niet anders. Bijkomend ‘nadeel’ is wel dat je als deelnemer nauwelijks iets van de andere series meekrijgt.
Vooraf zie ik dat er van Toga 8 leden meedoen aan de 1/3, 7 aan de 1/8, 4 aan de tweede divisie (ook een 1/8) en 2 aan de 1/4.
Terwijl ik om negen uur aan mijn krentebolleke met suiker zit, besef ik me dat de mannen van de 1/3e op dat moment worden weggeschoten. Voor mij zelf het signaal om de loopschoenen weg te brengen naar de wisselzone bij het busstation. Ik maak nog even een praatje met verkeersregelaar Nico Lazaroms (zelf ooit ook een verdienstelijk deelnemer) die mij nog meegeeft: ‘gij blijft ook steeds maar mee doen eej Peet’. Ja, denk ik bij mij zelf, en ik hoop er nog vele jaren aan vast te plakken.
Onze start is om 10.10 uur. Ik ontloop dit keer het ‘klap- en trapwerk’ door aan de buitenkant te starten. Het zwemmen en fietsen gaat goed. Waar ik dit jaar het meest onzeker over ben is het looponderdeel. Hoe zal mijn lichaam zich houden gezien de zeer gebrekkige voorbereiding? De vele aanmoedigingen langs de kant geven mij wel een lekkere oppepper!
Het voordeel van een loopparcours met een keerpunt is dat je een overzicht krijgt van het deelnemersveld en met name ook van de Togaboys. Kort na de start van het lopen haalt Mark van M mij al in. Later blijkt Mark een dijk van een looptijd te hebben gerealiseerd en grijpt helaas net naast het Gastel podium. Arjan ligt van de Toga mannen ruim voorop en wordt knap tweede in het Gastel klassement. Na het keerpunt zie ik Eric een stukje wandelen en hij roept mij nog na dat hij op zijn dochters wacht (over vaderliefde gesproken). Ik kom John tegen en later hoor ik van John dat hij hetzelfde dacht als ik, nl. ‘die kan ik / gaat mij misschien nog wel inhalen’. Uiteindelijk blijk ik ergens nog zo’n beetje basis conditie te hebben dat dat niet gebeurde. En ook Herman en Richard zie ik nog voorbijkomen. En alle Toga mannen op de 1/3 (in de uiteindelijke volgorde Mark v/d B, Hans, Ed, Mark van R, Johan, Kees B en Dirk. Kees de B moest helaas vanwege een vervelende kuitblessure bij het lopen uitstappen). Maar deze helden moeten daarna nog een ronde van 7 km. Daar moet deze jongen echt niet aan denken. De laatste twee kilometer gaan op het tandvlees. Maar ik hou het wel vol en bereik met een zeer voldaan gevoel de finish. Maaike vangt mij daar op en ik beleef toch wel even een emo-momentje. Een paar weken terug had ik echt niet gedacht te kunnen meedoen aan Brabants Mooiste.
Daarna probeer ik zo goed en zo kwaad als mogelijk de prestaties van de andere Toga mannen te volgen. Maar dat valt niet mee. Ik zie in ieder geval nog wel onze mannen van de 2e divisie in de Veerkensweg naar de finish lopen en lees later dat ze verdienstelijk 12e zijn geëindigd. Ad (na wederom een ongelooflijke loopprestatie) en Maarten finishen op de ¼ als eerste en tweede Gastelaar.
Na een lekker warm bad neem ik plaats op de Toga plets, de oprit van Jan en Mirriam. Mirriam heeft dit jaar de oprit hartstikke leuk aangekleed met Toga shirts. In deze ambiance zien we daarna de trio triathlon aan ons voorbijtrekken. Ook hier doen nog diverse Togaleden aan mee. De meesten daarvan nemen het zwemonderdeel voor hun rekening. Rien komt na 1 ronde als vijfde op het fietsonderdeel door!
Dit is ook jaarlijks het moment dat ik wat langere tijd tussen de Toga vrouwen verkeer. En zo nu en dan een opmerkelijke uitspraak hoor. Zo ook dit keer. De dames constateren dat er nog geen Toga vlag is. ‘Geen probleem’ zegt Coby. ‘Als jullie volgende week in Echternach zijn dan gaan wij een vlag borduren’. Kijk, that’s the spirit. Wij kunnen alleen onze prestaties leveren als onze eega’s voor de volle 100% achter ons staan. En in ons geval durf ik wel te zeggen: voor 110%. Want welke andere triathlon club kan zeggen dat hun vrouwen een heuse clubvlag gaan haken?
Tegen het einde van de trio triathlon loop ik, na Mirriam netjes bedankt te hebben voor haar gastvrijheid, richting het Veerhuis. Om daar ter plekke onder het genot van enkele alcoholische versnaperingen het hele gebeuren nog eens door te nemen. Tussendoor vraag ik aan Ineke Bol nog wat zij van het initiatief vindt inzake de clubvlag en uiteraard kreeg ik de enthousiaste reactie: ‘maar natuurlijk breien wij voor jullie die vlag!’. Hartverwarmend.
De middag wordt doorgebracht met een babbeltje hier en babbeltje daar. Zo neem ik met Wim van de Broek weer diverse anekdotes door van de beginjaren van de Gastelse triathlon. En ben ik er getuige van dat Frank Hopstaken op informele wijze het stokje als voorzitter doorgeeft aan Corné Kriesels (Frank bedankt en Corné veel succes!)
Aan alles komt een eind. Voor mij komt dat signaal als ik met onvaste hand een half glas bier over mijn broek leeg stoot. Terwijl ik met Maaike wegloop hoor ik Myrjam tegen Ingrid zeggen: ‘hoe laat spreken we volgende week af om die vlag te gaan macrameeën?’. Wat een vrouwen!!!