Obernai levert het bewijs: triathlon is een mietjessport

 

De bestemming van het jaarlijkse Toga-buitenland-avontuur was dit jaar Obernai, gelegen in de Vogezen in Frankrijk. Een trip met een jubileum randje, want het was de vijfde editie sinds de oprichting van Toga. In de aanloop naar het weekend leek het echter eventjes het verhaal van de 10 kleine negertjes te kunnen gaan worden. Maar hoe anders zou het uitpakken. Gelukkig werd het weer een fantastisch weekend , een lustrum uitgave waardig.
“Ik ben er zelfs een beetje emotioneel van” zei Kees Bastiaanse nadat ik hem kort na de finish feliciteerde met zijn prestatie. Dat is in de kern misschien wel de mooiste samenvatting van het weekend Obernai. En wat dat betreft zou ik het verslag zelfs daarbij kunnen laten. Maar jullie razende reporter heeft daarnaast toch nog voldoende andere zaken waargenomen die het vermelden waard zijn. Hieronder het relaas.

Vrijdag 30 mei
De week voorafgaand aan het vertrek naar Obernai was er 1 vol onheilstijdingen. John en Maarten moesten zich helaas afmelden. Daarnaast was er sprake van een aantal zorgwekkende blessures (Ad, Johan, Dirk, Kees allemaal kuit/achillespees). En schrijver dezes was het weer eens gelukt om een paar dagen voor vertrek door zijn rug te gaan. Niettemin konden we uiteindelijk toch met zestien man afreizen. En dat vertrek is traditioneel vanaf de oprit bij Jan Moerings thuis. Maar er is in de loop van de jaren wel wat veranderd. Het eerste jaar gingen we met 11 man , verdeeld over 1 (materiaal)bus en vier personenauto’s. Dit jaar gaan we met zestien man, vier bussen (waarvan drie!!! voor materiaal) en 1 personenauto. Daarmee is de evolutie van Toga eigenlijk helemaal in beeld gebracht. Nadat we precies om half zeven volgens planning kunnen vertrekken verloopt de rit voorspoedig en kort na het middaguur bereiken we onze bestemming. Altijd weer spannend hoe de accommodatie (in het echt) zal zijn. De vijf kamers die we in een appartementencomplex gehuurd hebben blijken er gelukkig picobello uit te zien. De daaropvolgende kamerverdeling gaat op z’n Toga’s (snel en zonder gezeur) en we besluiten om vlug in Obernai wat te gaan eten. Vlug, want de mannen zien er uit als een stel koeien die na een lange winter de wei in moeten: immers de Mont Sainte-Odile moet en zal vandaag beklommen worden. Dat ‘vlug’ valt enigszins tegen want we moeten een kilometer lopen om in het centrum te komen. Het blijkt een heel mooi toeristisch stadje te zijn, met prachtige vakwerkgevels.

Lunchen in Obernai

Na een lekkere lunch is het dan eindelijk zover. Het inmiddels voor een klein kapitaal aan carbon kan uit de bussen gehaald worden en weg zijn ze. Voor mijzelf, maar vooral voor mijn rug, een mooie gelegenheid om een uurtje plat te gaan.

Twee uur later komen de mannen terug met de nodige heroïsche verhalen. Acht kilometer klimmen, 7 % stijging, verzet 38×25, enz enz. Ik hoor het glimlachend aan, en laat het eerlijk gezegd in opperste tevredenheid een beetje langs mij heen gaan. Het is net als vroeger met de vakanties: als de kinderen het naar de zin hebben dan heb je dat zelf ook.
’s Avonds lekker uit eten in Obernai; in het appartement nog een afzakkertje en vervolgens heerlijk onder de wol.

Zaterdag 31 mei
We beginnen met een uitgebreid ontbijtbuffet in het hotel dat bij het appartementencomplex hoort. Het loopparcours wordt wandelend verkend en schrikt toch wel enigszins af. Ook hier flinke hoogteverschillen. En na de middag met de fiets naar het 20 km verderop gelegen Benfeld waar morgen in het meer het startschot zal klinken. Ik heb wel mijn mountainbike meegenomen en besluit het er op te wagen en mee naar Benfeld te gaan. De fietstocht ernaar toe is vlak en valt goed te doen.
Het meer ziet er fantastisch uit: kraakhelder water met een mooi strandje. Hier heb ik het even moeilijk en besef dat ik er morgen niet bij zal zijn. Ik onderdruk een opkomende traan en zie vervolgens Dirk langs mij heen flitsen die de verleiding niet langer kon weerstaan en met een grote sprong het meer ingaat. Grote hilariteit natuurlijk


Toga op verkenningstocht

De weg terug volgen we het fietsparcours zoals dat morgen zal zijn. Althans het deel van de 1/8. De mannen van de kwart krijgen daarna nog de eerder genoemde Mont Sainte Odile voor de kiezen. De eerste vijftien kilometer vallen mee en zijn nagenoeg vlak. Maar dan begint de pret. Een stevige kuitenbijter van een aantal kilometers lang. Ook dit kan mijn rug (net) verteren en ben blij dat ik op deze manier toch nog iets sportiefs heb kunnen doen dit weekend. Met een paar man gaan we nog even om boodschappen, waaronder het vlees voor de bbq. Want gelukkig is er achter ons complex een grasveld waar we morgen naar de wedstrijd lekker kunnen bbq-en.

Hans met z’n koksmaat Jurgen bereiden een heerlijke pastamaaltijd. ’s Avonds komen de ouders van Mark v/d B even langs. Zij hebben speciaal hun vakantie op deze wedstrijd afgestemd. Morgen gaan ze kijken naar de wedstrijd en rijden daarna verder. Vandaag vertelde Hans mij eerder dat dit bij hem wel iets deed. Bij de eerste triathlon in Zug waren het zijn eigen vader en moeder die hetzelfde hadden gedaan. Een mooie maar ook emotionele herinnering.
De zaterdagavond wordt het nooit laat. Er wordt wat vooruit geblikt. Er worden wat voorspellingen gedaan. Het is ook het moment dat Jurgen een nieuwe bijnaam krijgt. Hij staat te boek als ´de diesel´. Niet dat dit niet van toepassing zou zijn. Maar Mark van M komt met een veel mooiere op de proppen, nl. ´cruise control´. Het maakt niet uit op wat voor parcours of onder welke omstandigheden, zet Jurgen op ´aan´ en hij houdt zijn snelheid vast. Vervolgens zie je iedereen steeds meer in zichzelf keren. Aangeboden biertjes worden afgeslagen, de wedstrijd begint zich aan te dienen. En wát voor één. Dit is geen wedstrijd voor mietjes. Alhoewel, daar kunnen we nog wel eens flink van mening over verschillen. Want wat wil het geval, gisteren zijn Jan en Rien uit de kast gekomen. Zonder dat wij daar naar vroegen overigens. De eerlijkheid gebied wel te zeggen dat een enkeling onder ons al wel eens een beetje een vermoeden in die richting had. Twee mannen die zo ongelooflijk veel en lang bij elkaar zijn, tsja. Hoe dan ook, het moet voor hun zelf ook als een soort van opluchting gevoeld hebben. En als we dan naar de uiteindelijke resultaten kijken (maar daarover onderstaand meer) dan durf ik eerlijk gezegd niet meer te beweren dat het geen sport voor mietjes zou zijn

Zondag 1 juni
D/Day, de dag waar het allemaal om gaat. Rien en Kees de B doen aan de 1/8 mee. En moeten 1,5 uur eerder starten Ik kan ze met de bus van Ad naar de start brengen. Aangekomen zien we eerst de deelnemers aan de halve nog het zwemonderdeel afleggen. Rien is voor zijn doen opvallend rustig (misschien is de openbaring van de dag ervoor daar de oorzaak van?) en Kees is juist wat meer gespannen. Gelukkig valt om 10.45 uur het bevrijdend startschot. Vanaf dat moment is het onmogelijk te volgen waar onze mannen ergens in het veld liggen. Ik zoek een plekje in de buurt waar ze het water uitkomen. Zoals verwacht is Kees eerst maar Rien volgt al na een minuut. Met dat tijdsverschil beginnen ze aan het fietsonderdeel. Ondertussen zijn Ad en Mira van de Berg ook al gearriveerd. Zij hebben een bus met spullen voor de mannen van de kwart bij zich. Ik besluit in overleg met Ad dat ik probeer zo snel mogelijk terug naar Obernai te rijden om daar hopelijk Rien en Kees nog te kunnen zien finishen. Door drukte onderweg en bij het parkeren lukt dat helaas niet. Maar ik spreek ze even later wel. Kees was voor Rien (uit de uitslag blijkt later met drie minuten voorsprong, keurig Kees!), maar ook Rien was zichtbaar tevreden. Mooi zo, zo hoort sport te zijn.
Nadat Rien en Kees gedoucht hebben wachten we op de doorkomst van onze matadors op de kwart.
Over de paar uurtjes sport die zich daarna voor onze ogen afspelen zou ik makkelijk een aantal A4tjes kunnen volschrijven. Laat ik dat niet doen. Maar we hebben GENOTEN. Iedereen leverde binnen zijn eigen mogelijkheden vandaag een topprestatie, zeker bij deze ongekend zware triathlon. Jan was, zonder de anderen te kort te willen doen, weer een klasse apart. Bijzonder jammer was dat er uitgerekend bij deze triathlon geen klasse 50 plus was. Jan was dan tweede geworden!!! Nu was hij overigens nog 8e bij de 40 plus. Ad is na het zwemmen weer aan zijn traditionele opmars begonnen en eindigt als tweede van Toga. Drie wordt Koen, volgens eigen zeggen minder gezwommen maar daarna toch weer als vanouds goed. Cruise Control wordt knap 4e, gevolgd door Ed op 5. Door Toga uitgeroepen als man of the match is Kees B, die als zesde Togaman een prachtprestatie neerzet. Eric wordt steady 7 en de M&M’s worden op hun debuut kwarttriathlon gebroederlijk 8 en 9 (chapeau mannen). Dirk, die bij het lopen van de jury de stijlprijs toegewezen kregen, eindigt op 10. Mark van M (erg goed gezwommen maar in de tweede ronde lopen naar eigen zeggen volledig op) elfde, Johan met een uiterst krakkemikkige voorbereiding twaalfde en Hans, die zich aan zijn woord hield en vooral ook ging genieten, sloot de Toga rij.

Uiteraard stonden Ad en Mira ook langs de kant. Dat moet voor ouders een speciaal en een met trots vervullend gevoel zijn om je zoon zo te zien presteren.

Loon naar werken. Oftewel: terug naar het appartement, douchen en een lekker pilske en een bbq. En (slap)ouwehoeren, nabeschouwen en meer van dat soort ongein.

Daarover gesproken: ons wordt regelmatig van vooral vrouwelijke zijde gevraagd: waar hebben jullie het over? Wat doen jullie nu tijdens zo’n weekend? Welnu dames, na al die jaren een tipje van de sluier. In het volle besef dat ik daarmee een erecode ga schenden. En op het gevaar af dat er een royement volgt. Want wat in Obernai gebeurt, blijft…… Maar ik wil ook weleens een keer van dat gezeur af zijn. Dus: Als de avond is gevallen ontsteken wij het kampvuur. En in het flakkerende licht vormen de al eerder toegetreden leden van Toga een menselijke tunnel . Of beter: een haag. En dan worden de nieuwe, nog niet officieel toegelaten leden, in dit geval Mark v/d B en Mark van Rijsbergen, beter bekend onder de naam de M&M’s, door de voorzitter ontboden. Volledig ontbloot. En onder rituele klanken (in dit geval het gevoelige lied ‘Boys, boys, boys, van Sabrina’) moeten zij door de tunnel dansen. En aan het eind van de tunnel worden zij door onze voorzitter, voor de gelegenheid gekleed als druïde, op hun mannelijkheden geslagen met bossen brandneteltakken.


Johan Bossers als druïde

Nou, dat dat is een voorbeeld van wat wij in zo’n weekend doen. Zeg nu zelf, niks spannends, niks bijzonders toch.
Maar voor ons zelf werd de grootste verwarring op deze slotavond nog gecreëerd door de enige echte heer in ons gezelschap (hoewel het onkreukbare imago van dit heerschap het afgelopen jaar helaas wel wat krasjes heeft opgelopen). Vanwege de pikante details in het verhaal zal ik de zaak anonimiseren door slechts zijn initialen te noemen, te weten D.A.
De aanleiding is mij totaal onbekend maar op enig moment hoor ik D.A. zeggen: “je weet wel, fust ficking”. De totale verbijstering die ik vervolgens in de ogen om mij heen zie, is met geen pen te beschrijven. Wat bedoelt-ie nou in hemelsnaam met fust ficking? Gelukkig komt de kleinste M&M vervolgens met de oplossing. Het gaat in dit geval om het met enige kracht inbrengen van een vat bier in een niet nader te benoemen lichaamsdeel, waarbij het gebruik van Vaseline niet is toegestaan. “Dat klopt, en het is een veelbeoefende sport in Oost Moldavië, vooral in en om Slobozia” vult Kees de Bruijn hem nog aan.

Met meer van dit soort interessante gespreksonderwerpen komt op enig moment ook deze avond tot een einde. De laatste activiteit is het met 8 overgebleven volwassen kerels kijken en luisteren naar een sketch van Jiskefet op het 5 bij 5 cm. beeldschermpje van de telefoon van Johan Bossers. En hoewel ik er zeer smakelijk om heb zitten lachen kwam het tegelijkertijd voor mijn gevoel een beetje in de buurt van de vrees die Einstein reeds had.


Maandag 2 juni

De dag van de terugreis. Daar kan ik uitermate kort over zijn. Appartementen netjes achtergelaten, bussen volgeladen, ontbijt in het hotel en een voorspoedige reis naar Nederland, waar we rond 16.00 uur thuiskwamen. Ongeschonden (ook belangrijk!) en met een hoofd vol mooie herinneringen waar we het ongetwijfeld nog vaak over zullen hebben.

Mannenbroeders van Toga: naast een genoegen is het een voorrecht om met dit gezelschap een weekend op stap te mogen gaan. Ik hoop dat er nog vele mogen volgen.