Ik weet niet hoe het komt, maar sinds 18 september j.l. praat en schrijf ik af en toe spontaan Zweeds. Dat was de dag van de Toga-bbq, bij de Godfather van de Toga godenzonen in de tuin. Bij Johan dus (en uiteraard Ingrid). Een aantal van de Toga-leden heeft mij gevraagd er een verslagje van te maken. Onderstaand doe ik een poging, maar op voorhand betwijfel ik of dat dat helemaal gaat lukken.
Terwijl ik die zaterdagmiddag naar Johan en Ingrid’s huis toe wandel, denk ik bij mijzelf ‘vi har lycka’. Er schijnt een heerlijk nazomer-zonnetje op mijn bol, op weg naar een op zeker gezellige bbq. Na een fikse wandeling dwars door de meest sportieve triatlonbuurt van Oud Gastel (toch, Jan?), zie ik dat er al heel wat Toga mannetjes, vrouwtjes en kindjes aanwezig zijn. Eén grote Toga familie. Dát moet Johan volgens mij een jaartje terug voor ogen hebben gehad, bij zijn ideeën over een triatlon clubje. Ik zie hem genieten. En de rest van de middag/avond geeft hij weer blijk van onvolprezen gastheerschap. Dat zou mij persoonlijk overigens ook nog wat opbreken, maar daarover later meer (als ik het niet vergeet tenminste).
De eerste paar uurtjes was er sprake van een erg klassieke (misschien zelfs conservatieve) groepsindeling. De mannen aan de ene kant staande rond een statafel, de vrouwen aan de andere kant lekker gezeten in het zonnetje. Waar de vrouwen het over gehad hebben weet ik niet, maar bij ons ging het vooral over zwemmen, fietsen en lopen. En daarbinnen dan weer over allerlei varianten, indelingen, schema’s, nieuwe modellen, blessures, etc. etc. etc..
En ook, en dat vond ik nog interessanter, een mogelijk reisdoel voor de buitenlandse wedstrijd in 2011. Want dat is een traditie binnen deze vereniging: elk jaar een wedstrijd over de landsgrenzen. Volgens mij is het voorlopige reisdoel Echternach (in Luxemburg).
Alvorens aan de bbq te beginnen werden Johan en Ingrid nog door Kees namens heel Toga bedankt voor alle goede zorgen. Tack, Johan en Ingrid!
Na de overheerlijke bbq kwam er voor mij een soort van omslagpunt. Om een aantal redenen. Kees en Eric hielpen mij bij mijn weer opstekende nicotineverslaving (Tack, Kees en Eric). Johan dirigeerde met zachte hand alle mannen richting de vrouwen onder de overkapping (prima initiatief Johan). En op mijn vraag of Johan misschien ook een borreltje in huis had, kwam hij met een voor mij volstrekt onbekende Zweedse drank aanzetten. Als ik het mij goed herinner (maar dat doe ik dus niet) is het volgens Johan een combinatie van whisky en jenever en smaakt het erg goed bij haring !?!?!?
Dus op dat moment had ik het eigenlijk weer helemaal voor elkaar: sigaretten, drank en vrouwen, alles binnen handbereik. En die combinatie veroorzaakt vaak enige creativiteit. En ja hoor, ik kreeg een geweldige ingeving: ‘als ik een mooi verslagje van deze avond wil maken, dan moet ik mij tussen de dames begeven. Wat speelt er in de hoofden van deze triatleetvrouwen?’
Enigszins aangemoedigd door mijn vloeibare Zweedse vriend van die avond overwon ik mijn verlegenheid en stapte kloek (hoewel de meningen in huize Willemse daarover verschillen) richting de partners achter de atleten.
Ik weet (of beter: denk te weten) dat ik vervolgens een fiks aantal vlijmscherpe vragen heb gesteld. Vragen waar je als man al heel je leven het antwoord op wilt weten. En ik weet zo goed als zeker dat ik ook op al die vragen antwoord heb gehad. Geweldig.
Maar helaas. Tyvärr. Datzelfde Zweedse maatje heeft er voor gezorgd dat ik een deel van die avond mij niet meer zo goed, of beter: helemaal niet meer kan herinneren. En dan zul je zien, inderdaad, net dit interessante deel natuurlijk.
Meer dan terecht dus dat Maaike op enig moment streng maar rechtvaardig zei: Peet, we gaan naar huis. Ik neem aan dat mijn opvoeding het op dit punt nog van de drank gewonnen heeft, en dat ik Johan en Ingrid dus nog netjes bedankt heb.
Ik heb een flink deel van de zondag nodig gehad om weer te herstellen. Het voelde zwaarder dan een triatlon. En terwijl ik ’s morgens met een troebele blik een beetje naar buiten zat te staren, kon ik mijn eigen ogen nauwelijks geloven. Waren dat nou echt Hans, Rien, Jan en Johan die met de auto (dat dan gelukkig nog wel, niet met de fiets) al weer terugkwamen van het zwemmen. Helden! Maar aan mij was het niet besteed. Ik kroop nog een keertje terug in bed. Indachtig de lieflijke woorden van mijn moeder: ’s avonds een vent…, ’s morgens lekker uitslapen!!!
Dus lieve mensen, dit keer maar een half verslag. Förlåt daarvoor. Maar: det var kul.
Och, en wie weet komt er nog wel eens een herkansing. Misschien wel in :
Med vänliga hälsningar,
Pjotr
P.s. 1. Plotseling bedenk ik mij dat niet iedereen door die Zweedse bliksemschicht is getroffen. Daarom is het wellicht handig dat ik een en ander vertaal:
P.s. 2. ‘Als ik dan toch bezig ben’. In de bijlagen al vast wat sfeerbeelden uit Echternach. Hoewel ik bijlage 3 niet direct een sfeerbeeld zou willen noemen, maar eerder een angstdroom.