Je hersenen zijn toch wel iets heel speciaals. De ene dag ben je nog volop met je werk in de weer en de andere dag raak je in een soort van cocon, een glazen stolp. Afgesloten van de rest van de wereld. Niks werk, niks wereldnieuws. Met 17 mannen 4 dagen in het tot ‘Fawlty Towers’ omgedoopt voormalig hotel in Malberg, Duitsland. En die hersenen kunnen die omschakeling moeiteloos aan. Dit in tegenstelling tot de hormoonhuishouding van een enkeling van de Toga godenzonen. Omdat we hadden afgesproken: ‘wat in Echternach gebeurt, dat blijft in Echternach’ zal ik zijn volledige naam niet prijsgeven, maar zijn voornaam begint met K en eindigt op ees. Maar dat terzijde. Onderstaand een poging tot een sfeerbeeld van de jaarlijkse buitenland triathlon, dit keer in Echternach, Luxemburg.
Donderdagavond, rond een uur of negen. De telefoon. “Bent u degene die dit weekend een huis in Malberg heeft geboekt” klinkt de vraag van een vrouwspersoon. Ik antwoord met een aarzelend ‘inderdaad’, en denk tegelijkertijd: ‘wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?’. ‘Er zijn problemen met de beheerder’ zegt zij vervolgens. Oh nee, het zal toch niet waar zijn….. Een paar rampscenario’s flitsen door mijn hoofd. Hoe ga ik aan de Togamannen, die staan te trappelen als 16 bronstige damherten, vertellen dat hun feestje niet doorgaat? Maar nee, gelukkig gaat mijn hartslag even later weer naar een normale waarde, wanneer de vervolgmededeling is dat wij eerder het huis in mogen om de boodschappen in de koelkast te leggen. Eigenlijk gewoon goed nieuws dus.
Over die boodschappen gesproken: de volgende ochtend staat Hans op het afgesproken tijdstip (08.00 uur) met ronkende motor voor ons huis om naar de Jumbo te rijden. Een half uurtje later staat alles en iedereen vertrekkens gereed en na een laatste bakje koffie van Mir zijn we weg. Op naar het avontuur, op naar Malberg.
Rond de klok van 1 uur bereiken we de bestemming, een kwartiertje later dan Kees B. Dit omdat Johan dacht de weg beter te weten dan het peperdure ingebouwde navigatiesysteem in zijn automobiel van de Bayerische Motoren Werke. Vooraf dachten we dat dit voormalige hotel wel eens enigszins gedateerd zou kunnen zijn. Dat bleek aan de buitenkant een volstrekt juiste inschatting te zijn geweest. Maar binnen daarentegen viel het alleszins mee. Netjes, schoon, zowat voor iedereen een eigen kamer/bed, een grote keuken en een dito eetzaal. Een stulpje waar we ons de dagen erna prima hebben thuisgevoeld.
En wat moet en zal er gebeuren op de dag dat het Toga gezelschap arriveert? Juist, er moet gefietst worden. Ter plekke wordt besloten om met de auto’s/busjes naar Echternach te rijden (ca 35 km) en daar het fietsparcours van de triathlon te verkennen. Na een lekkere Strammer Max op een terras van de mooie stadskern van Echternach vinden we even later de start- en wisselzone. Ziet er allemaal professioneel uit. En we ontmoeten daar onze inmiddels trouwe volgers Ad en Myra van de Berg. Zij staan zowat letterlijk op het parcours en daar hebben we veel gemak van gehad. Bedankt nog voor de support!
Dan toch eindelijk de fietskleren aan, de fietsen uit de bus en het parcours verkennen. Op papier een redelijk eenvoudig rondje. Ca. 12 km lang met wat klimkilometers erin. Ik heb zelf mogen ervaren dat er een enorm verschil kan zijn tussen ‘op papier’ en de werkelijkheid. De eerste paar kilometer zijn zo goed als vlak en vormen geen probleem. Gevolgd door een pittige klim, waarbij er al snel op het binnenblad geschakeld moet worden. Dan een klein stukje vals plat. Maar dan. Een stuk van een paar honderd meter lang, waarbij ik op een gegeven moment merk dat hoe hard ik ook tegen mijn shifter duw, ik krijg hem echt niet meer op een kleinere versnelling. Buiten adem haal ik net de top. En denk mijzelf: Jezusmina, en dit morgen drie keer!!!
De afdaling mag er ook zijn. En ik moet constateren dat ik, zeker tov de rest van Toga, daal als een dikke drol. Voor een deel nog te verklaren uit het ongeluk van 2 maanden ervoor. Rien ziet blijkbaar mijn gestuntel en wacht mij op om vervolgens samen het laatste stuk te doen (waarvoor dank nog Rien!).
Mark van R, John en ik vinden vandaag 1 rondje genoeg, de rest gaat nog een keer. Algemene conclusie: goed dat we dit parcours verkend hebben.
’s Avonds de traditionele en ook dit keer weer overheerlijke pasta maaltijd van Hans en Jurgen (en nog een paar koksmaatjes), we kijken op de flatscreen tv nog naar de voetbal en vervolgens gaat iedereen bijtijds naar bed. Morgen immers een wedstrijd.
Die wedstrijd is pas ’s middags om 16.00 uur. Die ochtend wordt dan ook doorgebracht met wat lummelen en prutsen aan fietsen. En dan vertrekt de Toga karavaan ca 13.00 uur naar Echternach.
Ad en Myra hebben een paar mooie parkeerplaatsen voor ons gereserveerd op amper 100 meter van de start. We kunnen op ons dooie gemak de startnummers gaan halen. Dat relaxte gaat er vervolgens, in ieder geval bij een paar van ons, volledig af. Eerst horen en lezen we dat er definitief niet met wetsuits mag worden gezwommen. Daar hadden we al wel een beetje rekening mee gehouden, maar toch. De goeie zwemmers onder ons zeggen in zo’n situatie steevast: dat maakt toch niet uit, dat is dan toch voor iedereen hetzelfde. De mindere goden, waar uw verslaggever ook toe behoort, denken daar toch even totaal anders over. 1500 meter zwemmen in open water is sowieso al een heel eind, maar dan ook nog zonder wetsuit! Maar de onheilstijdingen waren nog niet ten einde. Op het zwemmen zit een tijdslimiet: de 1500 meter moet binnen 45 minuten worden afgelegd! Voor de Van Elterens en de Bruins van deze wereld geen reden om zich ook maar een nanoseconde druk te maken. Dat ligt bijv. bij Mark van M, John en mij totaal anders. En hebben wel degelijk twijfels of we dat gaan redden.
In het totale deelnemersveld van ca 110 mannen staan er vandaag 17 Toga-ers aan de start, maar liefst zo’n 15 %!
Om 16.00 uur is het dan zover. Met een toeter worden we ‘weggeschoten’. Het zwemmen gaat over twee ronden van 750 meter. Vandaag weinig last van het trappen en slaan bij de start. De verklaring is simpel: de kwaliteit van de deelnemers is dusdanig hoog dat de meute binnen de kortste keren van mij wegzwemt. De dames starten drie minuten later. En de eerste dame haalde mij al binnen de kortst mogelijke tijd in. Dat had ik wel verwacht maar zelfs Koen vertelt later met een mix van ongeloof en verbazing in zijn stem dat hij op enig moment bij het zwemmen ingehaald werd door een dame “alsof hij stilstond”. Gelukkig dat onze Gastelse man van Atlantis dit ook eens meemaakt, want dit overkomt de achterhoede van Toga namelijk voortdurend.
Voor mijn gevoel is het zwemmen goed gegaan. Geen flauw idee van tijd, maar ik zie wel aan het overwegend lege parc fermé dat ik overduidelijk achter in het deelnemersveld zit.
Tegen het einde van de eerste fietsronde haalt Ed mij in en roept mij iets bemoedigend toe. Bij de eerste passage van het finish gebied hoor ik langs de kant de (verwachte) stem van Ad van de Berg maar plotseling ook die van Mark van M. Dat kan toch niet, is mijn eerste gedachte. Maar even later realiseer ik mij dat het angstige voorgevoel van Mark misschien wel eens waarheid is geworden. En ja, helaas, na afloop hoor ik dat Mark uit de wedstrijd is genomen vanwege overschrijding van de tijdslimiet bij het zwemmen. (Pechvogel 1). Op zo’n moment heb ik dus altijd een hekel aan juryleden. Te vaak heb ik meegemaakt dat zij er een bepaald genoegen in scheppen om op een arrogante manier deelnemers terecht te wijzen. Mark pakt het gelukkig op zijn eigen kenmerkende manier op zonder al te veel gemopper. Maar dit moet ‘pijn’ hebben gedaan. F.ck de jury!
Reeds in de tweede fietsronde wordt ik op het steilste stuk van de klim ingehaald/gedubbeld door Jan. Die het voor elkaar krijgt om zelfs op zo’n stuk mij in goed verstaanbaar Algemeen Beschaafd Gastels tot te roepen: ‘kom aon Peetje’. Ik probeer ook iets naar Jan te roepen maar ik krijg met de beste wil van de wereld er nog niet 1 letter uitgeperst. Een groter verschil in klasse was waarschijnlijk in één beeld niet vast te leggen.
Ik vraag mij af hoeveel Toga mannen mij nog zullen dubbelen. Ik verwacht in ieder geval Koen. Maar tot mijn stomme verbazing gebeurt dat niet. Later blijkt waarom. Tijdens de beklimming trapt Koen z’n crank eraf. Voor mij zou zoiets direct einde wedstrijd betekenen. Zo niet voor onze wonderdokter. Eerst biedt John nog zijn eigen fiets aan, welk aanbod Koen gedecideerd afslaat. Maar vervolgens blijkt er iemand met een inbus sleutel voorbij te komen (welke gek neemt zo iets nu in godsnaam mee?) waardoor Koen de zaak provisorisch kan repareren en de wedstrijd voort kan zetten. (Pechvogel 2).
Ik kan de derde fietsronde redelijk goed volbrengen en zie bij binnenkomst van het parc-fermé het tegenovergestelde van het tafereel na het zwemmen: zowat alle fietsen zijn al gestald.
Het looponderdeel bestaat uit drie rondjes van 3,3 km. Het eerste rondje gaat goed. Bij het keerpunt hoor en zie ik Jurgen langs de kant. In trainingspak. Nee toch zeker? Jawel. Jurgen blijkt bij het fietsen hard onderuit te zijn gegaan. De schade (aan fiets en lichaam) valt gelukkig enigszins mee, maar wel: einde wedstrijd! (Pechvogel 3). Gedurende de tweede loopronde komt mijn gebrekkige voorbereiding helaas tot uiting: de conditie raakt op maar ik begin vooral ook veel pijn te krijgen (o.a. aan achillespees en knie). Dusdanig dat ik me genoodzaakt voel te stoppen na de tweede loopronde. Op dat moment haalt John mij in en zegt: kom op jongen, nog maar 1 rondje!
Hij brengt mij aan het twijfelen. Maar gelukkig stond ter plekke een Friese dame op leeftijd die mij moederlijk toesprak dat het beter was om te stoppen. ‘Er was er al eentje eerder van jullie club gestopt met lopen’ zo zei ze. Dit blijkt even later Kees de B te zijn geweest, die het met zijn geblesseerde kuit nog 2 rondjes had volgehouden. (Pechvogel 4).
Met aanvankelijk gemengde gevoelens wandel ik naar het finishgebied. Zo kort bij het einde uitgestapt. Ben ik daarmee pechvogel 5? Nee, zo moet het antwoord overduidelijk zijn. En als ik zelf al niet tot die conclusie kom, dan helpt de rest van Toga mij daar wel bij. Want zonder uitzondering krijg ik van iedereen te horen dat dit toch al fantastisch is. Tot een paar weken terug leek het er überhaupt niet op dat ik mee zou kunnen doen. Voldoening wint het vanaf dat moment van teleurstelling. Inmiddels waren al gefinisht Jan, Ad, Koen, Arjan (knappe prestatie van onze Benjamin!), Mark van R, Mark v/d B, Johan en Hans en ik zie nog finishen Rien, Ed, Kees B, Dirk en John. Jan wordt zeer knap 1e man 50 plus (13e overal!) maar er is helaas geen prijs voor die categorie.
De wedstrijd zit er op. De verhalen komen los. We kunnen ons heerlijk douchen in het op een steenworp afstand gelegen jeugdhotel. En gaan daarna de binnenstad van Echternach onveilig maken. Of eigenlijk gingen eerlijk gezegd 17 hele brave provinciaaltjes keurig netjes een heerlijke biefstuk in het door Ad ontdekte steakhouse eten. En daarna als uitspatting nog een Italiaans schepijsje. De enige daad van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ was het urineren in het openbaar in de bosjes rond het parkeerterrein. En dan ook nog zo ver mogelijk van het licht van de lantaarnpalen vandaan. Brave mannekes, die jongens van Toga.
Zondag, de dag na de wedstrijd. De overgrote meerderheid van Toga laat de kans om nog eens een lekker stuk te gaan fietsen uiteraard niet liggen. Rond de klok van elven vertrekken deze mannen van Jan de Wit. John, Dirk en Mark v R gaan een uurtje rennen. Waardoor de groepsoudste in alle rust het fort kon bewaken. Daarna met de genoemde lopers een overheerlijk witbiertje gedronken op het terras van het Kasteeltje in Malberg.
Terug in Fawlty Towers volgt een telefoontje: of we met de bus Rien en Hans vanwege technisch malheur op konden komen halen (Pechvogels 5 en 6). Inmiddels is het zonneke lekker gaan schijnen; ideale omstandigheden voor onze bbq. En vervolgens werd het laat en gezellig. Waarbij een aantal van de Almere-gangers hun Spartaanse levensstijl in ieder geval voor 1 avond overboord kieperde. De totale drankvoorraad ging er tot de laatste druppel doorheen. Een unicum in de geschiedenis van Toga. Ik meen zelfs nog vanuit mijn raam 4 Diehards een sigaretje te hebben zien roken.
Maandagmorgen. De één verschijnt wat frisser aan het ontbijt dan de ander. We moeten om 10.00 uur uit het gebouw zijn. Met vereende krachten wordt alles opgeruimd en schoongemaakt.
Klokslag tien uur kunnen we de sleutel aan de inmiddels gearriveerde eigenaresse geven en de rit naar Gastel aanvangen. De reis verloopt voorspoedig en hoe dichter we bij Gastel kwamen hoe sneller ons hartje ging kloppen. Zou het waar zijn? En jawel hoor, we werden vorstelijk onthaald. Een meters grote gebatikte Toga vlag sierde het Toga honk. De dames hadden zich bepaald niet onbetuigd gelaten.
Terugblikkend valt te concluderen dat ook dit jaar het wonder weer is geschied. Toegegeven, het lijkt wel haast een contradictio in terminis (voor de niet-Latinisten onder ons: een tegenstrijdigheid in woorden) en als ik er niet zelf bij was geweest zou ik het waarschijnlijk ook niet geloven, maar echt waar: zeventien licht (?) autistische mannen krijgen het voor elkaar om er samen een fantastisch, oergezellig weekend van te maken.