‘Gelukkig ging het sportief met Peet al wat beter, alleen zit hij als reporter nog even in een dip’.
Zo luidt de slotzin van de openingsalinea van Hans’ stukje over de zomertijd en zwemloop op onze Toga site. Daag mij niet uit!!!! Ik kan van alles mankeren (en de laatste paar jaren doe ik dat ook) maar reporter blijf ik in hart en nieren. Bovendien had ik eind februari in mijn stukje over de Wildenhoekloop beloofd om in de aanloop naar de Triathlon van Gastel enkele voorbereidingsmomenten te beschrijven. En belofte maakt schuld!
Het kan verkeren. Het verslagje over de Wildenhoekloop schreef ik nog vol goede moed. Stiekem had ik in die periode ook weer eens een heus schemaatje gemaakt. Met loopwedstrijdjes in de regio en trainingsdagen, dit alles toewerkend naar Weert en Gastel. Dat schema kon kort daarop in de prullenbak, want het liep weer eens anders. Mijn lichaam had de Wildenhoekloop redelijk goed verteerd. Helaas speelde de achillespees wel flink op, maar ja, ik vrees dat ik daar op een bepaalde manier mee zal moeten leren leven. Dit zal er wel toe leiden dat ik op mijn favoriete onderdeel (het lopen) wel nooit meer zoveel zal kunnen trainen als dat ik eigenlijk wil. Het zij zo (zei hij stoer, maar wel met een heel vervelend gevoel daarbij). Ik kon op die zondag echter nog niet weten dat een week later mijn sportieve leven er heel anders uit zou zien. Want op 28 februari klapte mijn enkel dubbel bij het volleyballen. Pijnlijk, zeer pijnlijk, maar wat er liggend op de vloer van de sporthal in Hoogerheide de eerste seconden vooral door mijn hoofd spookte: ‘daar gaat mijn triatlonseizoen’, begeleid met enkele krachttermen en zelfs een enkele traan van frustratie. Ik heb zo’n ongeval al vaker meegemaakt en weet dat er een behoorlijke periode van herstel aan vastzit. Naar huis met een voet die twee keer zo dik is als normaal, slecht geslapen, naar het ziekenhuis voor een foto, niets gebroken, enkelbanden ingescheurd, weekje met de voet omhoog. Voor mij inmiddels helaas een herkenbaar verhaal.
Een weekje later carnaval. En het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Want naast de enkel wilde dat bloed persé (toch) naar ’t Hart. Toen ben ik met de rest van mijn lichaam dat bloed maar achterna gegaan. Daar heb ik die middag, gezeten langs de kant, gezien dat Koen naast hard zwemmen, fietsen en lopen, ook een heel stevig biertje kan drinken. Teruglopend naar huis dacht ik dat er een wonder was gebeurd. Ik voelde mijn enkel niet of nauwelijks meer. De dag erop bleek echter niks minder waar, en zal waarschijnlijk het rijkelijk vloeiende geestesverruimende vocht van die zaterdagmiddag de oorzaak zijn geweest van dit letterlijk pijnlijke misverstand.
In plaats van een harde trainingsmaand werd de maand maart dus vooral een herstelmaand. Mijn enige bijdrage aan Toga was het inschrijven voor Weert en vanwege mijn leeftijd het binnenhalen van een groepskorting op de bungalow. Maar dat is op dit moment ook zo’n beetje het enige voordeel dat ik kan bedenken dat er kleeft aan mijn leeftijd.
Gelukkig gaat het herstel best wel goed (afkloppen!!!). En vooralsnog sneller dan verwacht. De wekelijkse bezoeken aan de fysio en de vele oefeningen thuis spelen daar zeker een positieve rol in. Of het helemaal verantwoord was weet ik niet, maar het ging dusdanig goed (en ik was het dusdanig zat) dat ik besloot mee te doen aan de zomertijdloop op 30 maart. Naar omstandigheden ging het zeker niet slecht en het deed mij gewoon erg goed om weer eens met de Toga familie ergens aan mee te kunnen doen. Het eerste deel van de loop heeft Jan mij een mooi mondeling verslag gedaan van het avontuur in Limburg. Vooraf was bekend gemaakt dat verwacht werd dat het deelnemersveld geacht werd tot aan het einde van de bebouwde kom van Stampersgat zoveel mogelijk bij elkaar te blijven. Richting dat punt voelde ik toch een zekere soort van spanning om mij heen opbouwen. Een enorme hoop ingehouden energie. Bij deze loop, die dus totaal geen wedstrijd is, werden er al posities ingenomen. De toeterende megafoon van Wim van de Broek was voor velen een zichtbaar moment van bevrijding. Zelf had ik mij voorgenomen daar absoluut niet aan mee te doen, voorzover ik dat (ook in goede doen) al zou kunnen. Ik slaagde daar moeiteloos in, dat bleek echter niet te gelden voor Kees de Bruijn. Ik hoorde ter plekke van Kees dat hij het (relatief) rustig aan moet doen vanwege knieproblemen. Zoals het er nu naar uitziet kan /zal Kees nog wel in Gastel meedoen, maar daarna wordt hij geopereerd. Dus met mij zag Kees de losgelaten jonge honden van ons vandaan lopen. Althans, eventjes. Kees had in Zwitserland al bewezen van nature een zeer hoog testosteron gehalte te hebben. Kees heeft daardoor dus een hoge drang zeg maar. In Zwitserland uitte zich dat richting de bevallige receptioniste. Tijdens deze zomertijdloop werkte de langzaam uit het gezichtsveld verdwijnende Toga groep als een rode lap op een stier. ‘Hier kan ik dus niet tegen, gij wel?’, waren op dat moment de laatste woorden die ik van Kees hoorde. En hopla, daar ging onze Gazelle, binnen no-time zich aansluitend bij de Toga boys.
Ik schrijf dit nu een weekje na die zomertijdloop. Het herstel zet zich gelukkig nog steeds voort. Hoop doet leven. Dus ik kijk alweer vooruit en het eerste doel in zicht is de Vlietloop (althans de 5 Engelse Mijl) op Koninginnedag
Oh ja, ik kan jullie nog melden dat ons Bob en Ted er een broertje bij hebben gekregen, ‘en we noemen hem Cube Aerium Pro’. Ik wist niet dat ik ooit in mijn leven nog eens zo gek zou worden, maar ik heb de nieuwe racefiets, die ik mijzelf ook een beetje van kwaaiigheid cadeau heb gedaan, de eerste paar dagen na aankoop in de woonkamer gezet. Ik heb zelfs nog even overwogen om Maaike te vragen of ons nieuwe kindje een paar dagen tussen ons in op het ouderlijk bed mocht slapen. Uiteindelijk heb ik daar maar van afgezien.